De schoolmusical

Als mijn familie er maar was geweest

We hadden er het hele jaar hard aan gewerkt. Ná schooltijd en op de vrije woensdagmiddag repeteren en niet tijdens schooltijd zoals tegenwoordig gebruikelijk is. Ik had de hoofdrol in onze afscheidsmusical en zat elke vrije minuut mijn teksten en liedjes in te studeren. In ons dorp was het elk jaar een hele happening, het verenigingsgebouw werd afgehuurd en het hele dorp liep zo’n beetje uit. Maar het noodlot sloeg toe. Op de ochtend van de uitvoering werd ik doodziek wakker met hoge koorts en ik zat van top tot teen onder de vlekken. De dokter onderzocht me en stelde de diagnose Rode Hond. Eén van mijn broers bracht de nare boodschap op school. Mijn ouders, die het veel te druk hadden met al hun elf kinderen, hadden helemaal niet aan de musical gedacht. Überhaupt bemoeiden ze zich weinig met schoolzaken, dat was een taak van school vonden zij. ’s Middags kwam de meester bij ons thuis langs om mijn ouders te smeken dat ik toch ‘s avonds de musical kwam spelen want anders kon de voorstelling niet doorgaan: er was namelijk geen stand-in. Uiteindelijk gaf mijn moeder toe en werd ik met aspirientjes volgestopt, in een winterjas gehesen en met een warme deken om me heen in zijn auto gezet. De hele buurt stond voor de ramen te kijken, er waren in die tijd bijna geen auto’s dus dit was heel bijzonder. Ik kreeg een ‘kleedkamer’ voor mezelf zonder andere kinderen in de buurt. Rillend van de koorts zat ik in mijn dekentje gewikkeld te luisteren naar het gespannen gelach en gepraat van de kinderen in de gangen en andere kleedkamers en voelde me moederziel alleen.

De zaal liep vol en de meester hield voor de gesloten gordijnen zijn toespraak. Hij vertelde dat ik ziek was en hij hoopte dat de mensen het ons zouden vergeven als het niet allemaal vlekkeloos zou verlopen. In mijn koortsige roes speelde ik de sterren van de hemel, de zaal applaudisseerde enthousiast en aan het einde kreeg ik een staande ovatie. Mijn ogen vlogen over de rijen mensen op zoek naar een familielid maar ik kon niets ontdekken. Gillend en joelend verdwenen alle kinderen naar de kleedkamers en het liep er vol van de vaders en moeders …… niet die van mij. Ik werd weer naar mijn eenzame kleedkamer gebracht, elke keer als ik stemmen voor de deur hoorde veerde ik op. Ja daar zijn ze!!! maar nee, het was weer niet voor mij. Toen de meester klaar was bracht hij mij weer met de auto naar huis.

Moeder zat sokken te stoppen, vader was in de schuur bezig, een paar broers zaten een spelletje te doen toen we binnenkwamen. Toen de meester vertrokken was vroeg mijn moeder “Was het leuk”?. Ik barstte in huilen uit en zei “Nee, het was niet leuk, er had van mij niemand in de zaal hoeven zitten als mijn familie er maar was geweest” en rende naar boven naar mijn bed waar ik mezelf in slaap huilde.

Will houdt van mooie verhalen. En ze opschrijven kan ze heel goed! In de rubriek WILL’S HOEKJE vertelt onze blogger Will over haar dagelijks leven en hoe nieuwe technologie daarin een grote of kleine rol speelt.

Gerelateerde artikelen